Art. 9   Huiswerk

Huiswerk hoort bij school, bij school hoort huiswerk. Al het werk dat een kind voor school doet buiten de schoolmuren noemen we huiswerk. Onze school geeft huiswerk om verschillende redenen. We sommen ze even op:

  • Huiswerk brengt een stukje school mee naar huis. Kinderen voelen zich ondersteund als ouders interesse tonen voor het schoolleven. Als ouder is het meegenomen dat men zicht heeft op wat je kind leert en kan.
  • Huiswerk is een uitbreiding van leertijd om verder inoefenen en automatisatie mogelijk te maken.
  • Door huiswerk kunnen kinderen groeien tot zelfstandige leerders, planners en werkers. Dit is later van fundamenteel belang om het ergens te brengen op welk vlak ook.

Wat kunnen ouders van de school verwachten?

Huiswerk moet nuttig zijn. Daarom geven we sommige leerlingen aangepast werk mee.

Leerlingen moeten weten wat er van hen verwacht wordt. Daarom leggen we in de klas steeds uit wat de bedoeling is en hoe een kind dit moet aanpakken. Het eerste leerjaar heeft een dagagenda. Vanaf het 2de leerjaar tot en met het vijfde leerjaar krijgen de leerlingen een weekagenda. Het zesde leerjaar krijgt een planningsdocument voor 2 weken. Zo kunnen ze een eigen planning maken.

In de 1ste graad let de leerkracht er extra op dat alles in de boekentas zit.

De school streeft er naar om steeds opdrachten te geven die kinderen zelfstandig kunnen maken.

Algemene verwachtingen

  • Ouders handtekenen de agenda (dagelijks)
  • Als het huiswerk niet gemaakt is om de één of andere reden, noteert een ouder dit in de agenda + als iets niet lukt, wordt het ook niet opgelost maar wel gemeld aan de leerkracht.

Dit willen we zeker niet:

  • dat leerlingen overbelast worden.
  • dat ouders oefeningen gaan uitleggen. Meestal brengt dit verwarring bij kinderen omdat de leerkracht dit op een andere manier heeft uitgelegd.
  • dat kinderen bijkomende oefeningen moeten maken van ouders.
  • dat ouders de oefeningen gaan verbeteren. Fouten maken mag! Eventueel kunnen ouders de fouten aanduiden met potlood, maar het kind moet die zelf verbeteren. Zo kan de leerkracht zien welke oefeningen een kind nog niet zelfstandig kan maken.

Hoeveel tijd mag een kind maximaal aan het huiswerk besteden?

  • 1ste graad: 3 keer 15 minuten per week
  • 2de graad: 90 minuten per week (bijv. 3 keer 30 minuten)
  • 3de graad: 3 uur per week

Als een kind regelmatig langer met het huiswerk bezig is, neemt een van de ouders best contact op met de leerkracht.

Tips voor ouders

  • Toon interesse en moedig je kind aan.
  • Blijf in de buurt tijdens het huiswerk maken. Kinderen van het 1ste en 2de leerjaar hebben wel eens begeleiding nodig bij woordjes lezen, tekstjes lezen en het inoefenen van maaltafels.
  • Kinderen hebben nood aan regelmaat.
  • Elke dag op ongeveer hetzelfde uur starten met huiswerk.
  • Op tijd gaan slapen, op tijd weer op.
  • Geef je kind een eigen, rustig plaatsje om te studeren.
  • Geef je kind een eigen opbergruimte voor het schoolmateriaal.
  • Geef je kind geen extra taken.
  • Als je kind problemen heeft bij het huiswerk, aarzel dan niet om dit te melden aan de leerkracht.

De huiswerken staan in de schoolagenda. Als een leerling zijn huiswerk vergeet, kan de klasleerkracht de nodige maatregelen nemen.

Art. 10 Agenda

In de kleutergroepen hebben de leerlingen geen agenda. Regelmatig worden er nieuwsbrieven meegegeven.

De schoolagenda is in de lagere school een dagelijks contactmiddel tussen de school en thuis: hierin staan de taken, de lessen en eventuele mededelingen. In het eerste leerjaar hebben de kinderen een losbladige dagagenda en vanaf het tweede leerjaar tot het vijfde leerjaar is er een weekagenda. Het zesde leerjaar werkt met een tweewekelijks agenda

De ouders ondertekenen dagelijks de schoolagenda. Ze kunnen ook mededelingen of bemerkingen in de agenda noteren. Zo wordt de agenda een handig communicatiemiddel.

Art. 11 Evaluatie en rapport

Een samenvatting van de evaluatiegegevens van de leerling wordt neergeschreven in een rapport. Dit rapport wordt bezorgd aan de ouders, die ondertekenen voor kennisneming. Het rapport wordt, ondertekend terugbezorgd aan de groepsleraar.

Het schoolrapport laat ouders zien hoe de school het leerproces van hun kind evalueert. Zo kan men zien in welke mate een kind bepaalde leerdoelen bereikte, zodat we het daarbij eventueel kunnen bijsturen.

Kleuters

In de kleuterschool houden de kleuteronderwijzers met de ouders meestal een mondelinge bespreking. Dat kan tussendoor als men de kleuter komt afhalen, tijdens de oudercontacten in oktober en in mei ofwel op afspraak.

Kinderen van de lagere school

Het rapport informeert de ouders over alle aspecten van de persoonlijkheidsontwikkeling van hun kind. De toetsen geeft de school regelmatig mee naar huis zodat men ze kan inkijken. Hoe kinderen zich motorisch, creatief en sociaal gedragen, het leren leren en de levensbeschouwelijke vakken (godsdienst-zedenleer) worden geobserveerd en schriftelijk beoordeeld.

De kinderen krijgen drie keer per jaar een schoolrapport mee naar huis (eind november, voor de paasvakantie en voor grote vakantie). De ouders ondertekenen het dan voor kennisname. Ouders kunnen met de school praten over het rapport. Dat kan tijdens georganiseerde oudercontacten, maar ook tussentijds of op vraag van ouders of leerkracht als er dringende problemen zijn.

Art. 12 Vlaamse toetsen

De leerlingen van het vierde nemen deel aan de Vlaamse toetsen. Deze worden digitaal afgenomen in het derde trimester. De toetsen focussen op Nederlans en wiskunde. De resultaten worden door de klassenraad niet meegenomen in hun globale beoordeling van de leerling.

Art. 13 Schoolloopbaan

§1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders van de leerling de eindbeslissing inzake:

  • de overgang van kleuter- naar lager onderwijs, na kennisneming van en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het CLB;
  • een jaar langer in het kleuteronderwijs, na kennisname en toelichting bij de adviezen van de klassenraad;
  • het volgen van nog één schooljaar lager onderwijs, als de leerling 14 jaar wordt voor 1 januari van het lopende schooljaar, en dit na kennisneming van en toelichting bij het gunstig advies van de klassenraad;
  • voor een verlengd verblijf voor leerlingen met een getuigschrift basisonderwijs en voor leerlingen die 14 jaar worden voor 1 januari van het lopende schooljaar is een gunstig advies nodig van de klassenraad van de school waar de leerling het voorafgaande schooljaar lager onderwijs volgde.

§2 Vroeger naar het lager onderwijs:

a. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:

  • Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde;
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands: een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs en het volgen van een taalintegratietraject in het lager onderwijs;
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen: een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs .

Na het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap. 

b. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs:

  • een gunstige beslissing van de klassenraad van de school voor lager onderwijs
  • de klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject en/ of taalintegratietraject’.
  • Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt.

 

Na toelating door de klassenraad lager onderwijs, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

§3 In alle andere gevallen neemt de klassenraad de eindbeslissing inzake het al dan niet zittenblijven van de leerling. De beslissing wordt aan de ouders schriftelijk gemotiveerd en mondeling toegelicht. De school deelt mee welke bijzondere aandachtspunten er in het daaropvolgende schooljaar voor de leerling zijn. De school bewaart de adviezen van de klassenraad en/of het bewijsstuk waaruit blijkt dat ouders kennis hebben genomen en toelichting hebben gekregen bij het advies van de klassenraad.